vrijdag 30 juni 2023

In de pocket

 ‘Mag ik u een pintje aanbieden’. Zoals u zult begrijpen hebben we geen voorzieningen op, aan of achter de fiets om voorraad mee te nemen. Laat staan koude biertjes voor een geschikt moment later op de dag.  Even voorbij Neuerburg, in de Eifel, niet ver van de Luxemburgse grens, al weer wat dichter bij de Vennbahn, staat die aardige Vlaamse opeens voor onze neus. Met twee pintjes. ‘Mijn man en ik zagen jullie binnenrijden. En ik zei tegen mijn man ….’dat zou ik nu ook wel willen, op de fiets, met een tentje’. Enigszins verbouwereerd staren we haar aan en nemen het aanbod met grote graagte aan. We krijgen regelmatig stoeltjes aangeboden, maar het zijn toch echt de Vlamingen, die een pintje aanbieden. 


‘Dat zou ik nu ook wel willen’ of ‘moet je dat nu willen’. Dat laatste als het geploeter en onverwachte tegenslag en ge-klim en geklauter betreft. Is dat niet een vorm van zelfkastijding. Het antwoord is JA. En toch doe je het. Ook als je, in ons geval, op onze eerste fietsvakantie, eind jaren zeventig in Engeland, de eerste heuvel deels lopend met en sjorrend aan de fiets boven komt. Die ervaring heeft ons er nooit van weerhouden, om het daarop volgend jaar, nieuwsgierig naar wat er achter de horizon te zien is, opnieuw op de fiets te springen voor 4 weken rondtoeren ergens in Europa. Thuis is het toch wel heel gewoon (niks mis mee), maar in het ongewone, het onbekende zit de uitdaging, de verrijking. En dat vinden we nog steeds, zeker nu we zeeën van tijd hebben.  


Bij St. Vith komen we op de Vennbahn. De ‘ijzeren verbinding’ tussen Aken en het noorden van Luxemburg (Troisvierges). Een geasfalteerd fietspad, dat dwars door de Oostkantons voert en is aangelegd op de bedding van een voormalig treinspoor. Niet echt vlak, maar klimmen hoef je ook niet. Wel traag en soms slopend, een klein beetje, niet zichtbaar, omhoog of omlaag. Maar vanaf Monschau is het geriefelijk afdalen. En na een nachtje op de camping in Vaals de laatste heuvels in Zuid-Limburg bedwongen. Maastricht. Het eindpunt van ‘onbegrensd fietsen van Rome tot Maastricht’. Het is weer tijd voor het fotomoment. En het ligt voor de hand dat je daarvoor op het Vrijthof gaat staan. En met koele blik naar de camera kijkt. Als Prins Bernard in het Krugerpark, die trots zijn zojuist geschoten wild toont. Hebbes. En wij: die zit in de pocket. 


Op het Vrijthof dan maar. Of toch niet. Of toch een andere, meer ongewone plek, die toch alles zegt over Maastricht. Als we over de Stationsstraat fietsen, komen we langs ’de Poshoorn’. En daar … parate kennis …..zat Maastrichtenaar Jean Nelissen dagelijks op het terras met zijn krantje en zijn glaasje wijn. Een Bourgondiër pur sang. Een ongewoon mens. Stond bekend om zijn op romantische wijze vertellen over de wielersport. Hij wist niets van fietsen, maar had een encyclopedische kennis op het gebied van het wielrennen. Nelissen was jarenlang chef sport bij dagblad De Limburger, maar werd vanaf 1969 vooral bekend als wielercommentator bij NOS Studio Sport. 'De Neel'. Een gepassioneerd levensgenieter.


En is het dan niet teleurstellend, dat wij na ten minste 61 km singletrack, 119 km pad, 485 km toegangsweg, 507 km fietspad, 184 km straat, 938 km weg, 158 km provinciale weg en 3,98 km veerpont het moeten doen met een mislukte foto op het ‘terras van Jean’. Na al dat geploeter, fietsen op al die onverharde delen in de route, de gravelpaden, de kasseistroken. Had de ober nu echt nier beter zijn best kunnen doen op dat voor ons ultieme moment op het terras van de Poshoorn . Natuurlijk wilde hij wel even een foto van ons maken. Na het serveren van de uiensoep en de Caesar salade (lunchadvies van het huis), nam hij routineus mijn iPhone aan en even routineus, maar vooral snel, was het klik en klak en voor we het wisten stonden we er op. Op de foto. Resultaat: we moeten het doen met een vage foto met een coureur in Kas-shirt zonder voeten. 


En het begon zo voorspoedig. ‘Waarmee kan ik u van dienst zijn’. ‘Doet u mij maar een uiensoep met brood’. Ober: ‘Voor meneer een uiensoep met brood’. En voor mevrouw? ‘Doet u mij maar een Caesar salade’. De ober verstond het niet goed en ook na nog een keer ‘doet u mij maar een Caesar salade’ duurde het even en toen viel het kwartje in Maastricht aan de Stationsweg. ‘Oh, u bedoeld een ‘Ceesar salad’. Achteraf hadden we het kunnen weten. Dat gaat niks worden met die foto. 


Het zou ook voor de ober, hoe sympathiek hij er ook uit zag, boven de pet zijn gegaan als Hilde zou proberen uit te leggen, dat die Caesar salade symbolisch voor ons het einde van een tocht was. Die begonnen was in Rome. Het Rome van Julius Caesar, de boog van Constantijn en nog veel ander ongewoon moois. En eindigt in ……Maastricht …..met een, toeval of niet, een Caesar salade. 

Dank voor jullie reacties, meeleven en meebeleven. Het was weer een ongewoon mooie trip. 


Maar we zijn nog niet thuis ……

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

In de pocket

  ‘Mag ik u een pintje aanbieden’. Zoals u zult begrijpen hebben we geen voorzieningen op, aan of achter de fiets om voorraad mee te nemen. ...