vrijdag 30 juni 2023

In de pocket

 ‘Mag ik u een pintje aanbieden’. Zoals u zult begrijpen hebben we geen voorzieningen op, aan of achter de fiets om voorraad mee te nemen. Laat staan koude biertjes voor een geschikt moment later op de dag.  Even voorbij Neuerburg, in de Eifel, niet ver van de Luxemburgse grens, al weer wat dichter bij de Vennbahn, staat die aardige Vlaamse opeens voor onze neus. Met twee pintjes. ‘Mijn man en ik zagen jullie binnenrijden. En ik zei tegen mijn man ….’dat zou ik nu ook wel willen, op de fiets, met een tentje’. Enigszins verbouwereerd staren we haar aan en nemen het aanbod met grote graagte aan. We krijgen regelmatig stoeltjes aangeboden, maar het zijn toch echt de Vlamingen, die een pintje aanbieden. 


‘Dat zou ik nu ook wel willen’ of ‘moet je dat nu willen’. Dat laatste als het geploeter en onverwachte tegenslag en ge-klim en geklauter betreft. Is dat niet een vorm van zelfkastijding. Het antwoord is JA. En toch doe je het. Ook als je, in ons geval, op onze eerste fietsvakantie, eind jaren zeventig in Engeland, de eerste heuvel deels lopend met en sjorrend aan de fiets boven komt. Die ervaring heeft ons er nooit van weerhouden, om het daarop volgend jaar, nieuwsgierig naar wat er achter de horizon te zien is, opnieuw op de fiets te springen voor 4 weken rondtoeren ergens in Europa. Thuis is het toch wel heel gewoon (niks mis mee), maar in het ongewone, het onbekende zit de uitdaging, de verrijking. En dat vinden we nog steeds, zeker nu we zeeën van tijd hebben.  


Bij St. Vith komen we op de Vennbahn. De ‘ijzeren verbinding’ tussen Aken en het noorden van Luxemburg (Troisvierges). Een geasfalteerd fietspad, dat dwars door de Oostkantons voert en is aangelegd op de bedding van een voormalig treinspoor. Niet echt vlak, maar klimmen hoef je ook niet. Wel traag en soms slopend, een klein beetje, niet zichtbaar, omhoog of omlaag. Maar vanaf Monschau is het geriefelijk afdalen. En na een nachtje op de camping in Vaals de laatste heuvels in Zuid-Limburg bedwongen. Maastricht. Het eindpunt van ‘onbegrensd fietsen van Rome tot Maastricht’. Het is weer tijd voor het fotomoment. En het ligt voor de hand dat je daarvoor op het Vrijthof gaat staan. En met koele blik naar de camera kijkt. Als Prins Bernard in het Krugerpark, die trots zijn zojuist geschoten wild toont. Hebbes. En wij: die zit in de pocket. 


Op het Vrijthof dan maar. Of toch niet. Of toch een andere, meer ongewone plek, die toch alles zegt over Maastricht. Als we over de Stationsstraat fietsen, komen we langs ’de Poshoorn’. En daar … parate kennis …..zat Maastrichtenaar Jean Nelissen dagelijks op het terras met zijn krantje en zijn glaasje wijn. Een Bourgondiër pur sang. Een ongewoon mens. Stond bekend om zijn op romantische wijze vertellen over de wielersport. Hij wist niets van fietsen, maar had een encyclopedische kennis op het gebied van het wielrennen. Nelissen was jarenlang chef sport bij dagblad De Limburger, maar werd vanaf 1969 vooral bekend als wielercommentator bij NOS Studio Sport. 'De Neel'. Een gepassioneerd levensgenieter.


En is het dan niet teleurstellend, dat wij na ten minste 61 km singletrack, 119 km pad, 485 km toegangsweg, 507 km fietspad, 184 km straat, 938 km weg, 158 km provinciale weg en 3,98 km veerpont het moeten doen met een mislukte foto op het ‘terras van Jean’. Na al dat geploeter, fietsen op al die onverharde delen in de route, de gravelpaden, de kasseistroken. Had de ober nu echt nier beter zijn best kunnen doen op dat voor ons ultieme moment op het terras van de Poshoorn . Natuurlijk wilde hij wel even een foto van ons maken. Na het serveren van de uiensoep en de Caesar salade (lunchadvies van het huis), nam hij routineus mijn iPhone aan en even routineus, maar vooral snel, was het klik en klak en voor we het wisten stonden we er op. Op de foto. Resultaat: we moeten het doen met een vage foto met een coureur in Kas-shirt zonder voeten. 


En het begon zo voorspoedig. ‘Waarmee kan ik u van dienst zijn’. ‘Doet u mij maar een uiensoep met brood’. Ober: ‘Voor meneer een uiensoep met brood’. En voor mevrouw? ‘Doet u mij maar een Caesar salade’. De ober verstond het niet goed en ook na nog een keer ‘doet u mij maar een Caesar salade’ duurde het even en toen viel het kwartje in Maastricht aan de Stationsweg. ‘Oh, u bedoeld een ‘Ceesar salad’. Achteraf hadden we het kunnen weten. Dat gaat niks worden met die foto. 


Het zou ook voor de ober, hoe sympathiek hij er ook uit zag, boven de pet zijn gegaan als Hilde zou proberen uit te leggen, dat die Caesar salade symbolisch voor ons het einde van een tocht was. Die begonnen was in Rome. Het Rome van Julius Caesar, de boog van Constantijn en nog veel ander ongewoon moois. En eindigt in ……Maastricht …..met een, toeval of niet, een Caesar salade. 

Dank voor jullie reacties, meeleven en meebeleven. Het was weer een ongewoon mooie trip. 


Maar we zijn nog niet thuis ……

zondag 25 juni 2023

Wir wunschen Ihnen einen angenehmen zeit

 En dan gaat alles in een versnelling. Driekwart van onze Tour zit er al weer op. Fietsen en kamperen op routine. Vanaf Zwitserland is er volop keuze aan campings. Maar dan krijg je een gedeelte, zo rond de 140 km, met nauwelijks voorzieningen. Een soort niemandsland. De overnachtingsmogelijkheden zijn OF voor campers en absoluut niet meer voor simpele kampeerders OF er is überhaupt geen aanbod van kampeerplekken. En wildkamperen in een land als Frankrijk, dat was toch altijd vakantieland nummer 1 voor de Nederlandse kampeerder,, vertikken we. Is zelfs bij wet verboden. En wat niet mag doen we niet. 


We komen in het verrassend mooie, toeristische Obernai langs het treinstation. We laten ons informeren over de treinopties. Bestemming Metz. Een half uur later zitten we in de trein naar Straatsburg. De verkeerde kant op, maar vanuit deze stad, zetel van de Raad van Europa en het Europees Hof, ben je in anderhalf uur in Metz. 

Vanuit een andere hoek zijn we al eens eerder in Metz beland. Mooie camping aan de Moezel. Met veel landgenoten op terugreis. We hebben ze niet allemaal bevraagd, maar aan het ‘terugkeer camping-gedrag’ kan je aflezen, dat de vakantie er weer op zit. Camper of caravan (niet afkoppelen) in de terugkeerstand. Luifeltje niet uit, wel twee stoeltjes en een tafeltje net voor achter of opzij van caravan of camper. In ieder geval in de schaduw. In hun hoofd zitten ze al weer thuis. Er wordt nog even gebeld ‘ja, morgen zijn we weer thuis, zitten op de camping in Metz en kijken uit op de Moezel, ja het is hier prachtig en lekker warm’. Nog een nachtje in de vreemde en morgen heel vroeg op en dan zo snel mogelijk via de snelweg snel naar huis. Misschien in Luxemburg nog even goedkoop tanken. Maandag weer business as usual. 


Langs de Moezel omhoog. Tot in Sierck les Bains. Pal voor de Luxemburgs/Duitse grens. Daar wacht ons een grote verrassing. Het feest van Saint Jean. Op 24 en 25 juni. Een daverend feest. Tenminste, volgens de ‘manager’ van de camping. Er zijn nog volop lege plekken, maar voor ons heeft ze nog 141 of 123 in de aanbieding. En nee, je kunt niet met card betalen, maar contant. En anders pech gehad. Waar je kunt pinnen? Bij de Carrefour. Stukje terugfietsen, brug over en dan op rotonde eerste afslag. Gelijk aan je linkerhand de grootgrutter van Frankrijk. 

En dan krijg ik een bijzondere ervaring. In ‘opdracht’ van de manager spring ik op de fiets. Eerst alle bagage er af en op de pedalen. Fietsen op een vederlichte fiets, zonder zware bagage. Het is een heerlijk gevoel. Fietsen zonder ballast. Binnen een kwartier sta ik weer voor ‘el comandante’ met mijn contanten. Haar eerste vraag ‘141 ou 123’. En dan, u weet misschien wat ik bedoel, we maken dat allemaal wel eens mee, dan schiet je even uit je beschaafde rol. ‘We take a look and we tell you afterwards what our decision is, not now’. Het is, na veel wikken en wegen,123 geworden. Maar dan wel graag korting, omdat we een Asci- kortingskaart hebben. En ik wijs naar de sticker op het raam. Maar dan wijst zij naar een zelfgemaakt a-4 tje waarop staat, dat ze daar niet meer aan doen. Want ze staan ook niet meer, volgens haar onterecht, in het asci-camping boek. En terecht dunkt mij. 


En dat feest? Stad en vooral ommeland was naar Saint Jean gekomen. Met afsluitend een vuurwerk aan de Moezel. Met een nabrander, want boven op de heuvel, aan de andere kant van de rivier gelukkig, stond het topje van de heuvel in de fik en ook de plek van waar het vuurwerk werd afgeschoten, gelukkig ook aan de overkant, stond in lichterlaaie. Er gingen wat sirenes af, maar de feestvierders trokken zich daar weinig van aan. De muziek op de Titanic speelde ook gewoon door toen het schip zonk toch?


Andere morgen bleek alles keurig geblust. 

Bij Apach / Perl kruipen we stilletjes de grens over en dan peddelen we langs de Duitse kant van de Moezel rustig voort. Bij Wasserbillig, via het pontje, even aan de Luxemburgse kant. Maar dan even verder weer de brug over naar het Duitse plaatsje Metzdorf. Waar we een klantvriendelijke campingeigenaar aantreffen. Zo als het hoort na een warme fietsdag. Aankomen, aanmelden, biertje op het terras, douchen, weer een biertje op het terras en aansluitend onder het luifeltje, stoeltje-tafeltje, in de schaduw, een welverdiende maaltijd. ‘Wir wunschen Ihnen einen angenehmen Aufenthalt’. 


En als wij dan over een dag of twee op de Vennbahn zijn, in de buurt van Sankt Vith, dan denken ook wij heel voorzichtig aan huis. 

donderdag 22 juni 2023

Het schiet mooi op

“Daar ginds ……brand. Kun jij niet even gaan kijken”. Ik wijs in de richting van witte rookwolken, die opstijgen. Niet precies te zien waar. De Amsterdammer, gepensioneerd brandweerman, weet wat het is. ‘Witte rook is geen brand’. Wat is het dan. ‘Stoom. Van die kerncentrale, die daarachter staat’. We staan op de camping in Waldshut. Bij het Zwitserse Koblenz ga je de grensbrug over en dan kom je in het Duitse plaatsje. Camping am Rhein is open, d.w.z. de receptie, maar verder is het Ruhetag. Staat op een groot bord voor de receptie. ‘Wir haben Ruhetag’. Bar en restaurant geschlossen. De kebaptent net over de brug in Koblenz is open en bij het benzinestation kun je een koud biertje en een zakje chips kopen. De brandweerman snapt er ook niets van. ‘Krijg de kolere. Het is zomer en warm en allemaal vakantiegangers hiero. Nu moet je het toch verdienen’?hij heeft een probleem, moet twee dagen inhalen. Zijn vrouw is de 30e in Bolsena, 100 km boven Rome. Ze is geen fietser, dus ze gaat met de trein. Voor 10 dagen samen in een appartement en dan klimt hij weer op zijn fiets. Waarschijnlijk via Oostenrijk weer terug naar …nee niet Amsterdam, maar Purmerend. ‘Ik moet ergens twee dagen winnen, inhalen wat ik verkloot heb’. Met de trein de Po-vlakte over, dat leek hem het beste. 

Het aantal vakantiefietsers neemt toe de laatste dagen. We staan met zijn allen gegroepeerd in de buurt van de sanitaire voorzieningen en stopcontacten. Voor het opladen van alles wat een moderne fietsreiziger aan hulpmiddelen meesleept tegenwoordig. Het is een diverse groep. Jong en oud. Bestemming Rome is een geliefd doel blijkbaar, maar ook jonge ‘gasten’ die per dag op hun gravelbike, met weinig bagage, maar met veel geavanceerde apparatuur op het stuur, meer dan 100 km per dag afleggen. En over een paar dagen in b.v. Salzburg willen zijn. Alles licht gewicht, inclusief de man/ vrouw in het zadel. Overigens ‘de brandweer’ reed op een titanium fiets. Ook alles er op en er aan. Het mocht wat kosten. Speciaal op maat gemaakt. 


Bij Rheinfelden, weer aan de Zwitserse kant, 15 km voor Basel, staan we op een prachtige camping, pal aan ‘Vadertje Rijn’. Niet alleen kampeerders, ook mensen uit het dorp zijn hier om te zwemmen en om een glas bier te drinken en vergeet de bratwurst niet natuurlijk. Het uitzicht over de rivier is fantastisch. Ook de stevige onweersbui in het begin van de avond en de ochtend van vertrek blijven nog een tijdje in onze herinnering. Zeker die van de ochtend. De fietskampeerders haasten zich om alles nog net op tijd af te breken, in te pakken en op te zadelen. Dan een uur, beschut onder grote luifels, het ergste afwachten. Alvorens in ons geval, richting Basel te fietsen. 



Basel al snel in het vizier. Ook door het historisch centrum, maar we buigen al snel af naar de Franse grens. Saint Louis en Village Neuf, hoe Frans wil je het hebben. Maar al snel hier in de Elzas duitse benamingen. Ottmarsheim, Bantzenheim, Winzenheim, Bergheim. We komen op een kilometerslang fietspad langs het Canal du Rhône au Rhin. En nog net voor we het Foret Domaniale induiken spreken we een Ier op een stalen bike. Volledig British product. Hij is op weg naar het vliegveld van Basel. Waar zijn vrouw over een paar uur gaat landen. Maar hij heeft nog wel even tijd voor een praatje. Graag zelfs. Hij draagt een opvallend retro-fietstruitje. ‘WILLEM II Gazelle’. Had hij van zijn vrouw gekregen. ‘My name is William’. ‘Yes …Willem II, cigars’ voeg ik er gelijk aan toe. Dat klopte volgens hem. En hij wist ook dat Willem II - Gazelle een gesponsord wielerteam was uit de jaren 80. ‘And what about your cap’. Hij had een KAS wielerpetje op. ‘Sean Kelly’. Dat was zijn held. Die reed voor het Spaanse KAS. ‘José Manuel Fuente’ voegde ik er nog aan toe.  Mijn parate kennis liet mij niet in de steek gelukkig. Hij was een echte liefhebber. Keek urenlang naar wielerwedstrijden op Eurosport. Zijn geluk kon helemaal niet meer op toen ik vertelde, dat ik een KAS wielershirt had. We waren united, forever.


Wat te zeggen van de Elzas, vroeger Duits en nu Frans grondgebied. Wijnstreek. Route du Vin, zo heet dan ook de fietsroute. En voor de wijnkenners geen nieuws onder de zon als ik vetel dat de Muscat-wijn hier vandaan komt. En smaakt als een frisse, droge wijn met een grote verscheidenheid aan fruit. Ik ben geen kenner, maar zou er graag aan toe willen voegen ….een goede Muscat is een godendrank. 


Onze beoogde camping was al snel bereikt en het leek ons goed om er nog eens 25 km bij te doen. Daar was ook een camping. Een camping municipal, zoals het hoort in Frankrijk. Voor weinig geld een prima slaapplek, midden in Rouffach. Nog geen twee tientjes. Een welverdiende rustplek na een dag hard werken. 


Dagen lang, in dit deel van Frankrijk, fietsen in het ritme van het landschap, de omgeving. Gestaag klimmetje omhoog, een wijndorpje met vakwerkhuisjes, omlaag tot de rotonde …. driekwart rond, tussen de wijnranken door en weer geleidelijk omhoog naar het volgende wijndorpje. Met een kerkje en wat vakwerkhuisjes er omheen. En zo gaat het urenlang door. 


En gestaag komen we steeds dichter bij Metz. Nog niet in zicht, maar al wel binnen handbereik. 

zondag 18 juni 2023

Een pauzenummer

‘Du willst nach Chur …..das geht nicht. Steinschlag. Zuerst zu Samedan und dann Saglians - Landquart’. Rotsen op de rails en dus kunnen we niet van Sankt Moritz met de trein naar Chur. Het tweede deel van een adembenemende treinrit door het hooggebergte schiet er dus bij in.

In Tirano, Noord-Italië, opgestapt. Fietsen en wijzelf in een speciale fietswagon. Panoramauitzicht. Hoger en steeds hoger. Het is het meest spectaculaire spoorlijntje van Europa. En dat wilden we niet missen. Bovendien was het bovenop de Splugen (2113 meter) nog flink koud (+4) en winderig. Was eigenlijk, als je vanuit het zuiden hier met een fiets de Alpen oversteekt, überhaupt geen alternatief. Te lange klim (30 km) en te zwaar …..ook voor vakantiefietsers in topvorm. Niet te doen. 


Boven op de Berninapas stappen veel mountainbikers uit. Ook wandelaars. Goed gekleed tegen de frisse wind op 2256 meter hoogte. Door de steinschlag, rotsen en geen stenen die naar beneden zijn gevallen, op het traject Sankt Moritz - Chur, komen we door al die omleidingen uit in Landquart. Ten noorden van Chur. 

Welkom in het aangeharkte Zwitserland. In het land van die oudere man, met veel leuke praatjes, met jagershoedje, die al jaren op zoek is naar orchidee-soorten. Of die andere medereiziger, een deftige, aardige, zachte mevrouw, die al een paar dagen op reis is met de trein in Zwitserland en nu haar bagage gaat ophalen in een hotel in een Zwitserse stadje verderop. Beiden beschikken over een trein-jaarkaart en reizen het hele jaar kris-kras door het land. Het openbaar vervoer is hier, ook voor senioren, prima geregeld.



Fietsend langs de Rijn, met een klein uitstapje naar Liechtenstein en Oostenrijk, zijn we al snel aan de Bodensee. En over een paar dagen inBasel. We zijn een beetje verrast door het tempo waar we in werden meegesleurd. Met dank aan de Bernina-expres en de Rathische Bahn en steenslag op ons parcours. 

Zwitserland is een intermezzo, een pauzenummer. In ons geval …. je moet er door om in Frankrijk te komen. Of je zou een zijdal moeten inslaan. En omhoog klimmen en weken lang niets meer van je laten horen. Het liefst boven in zo’n berghut, die een maal per week, langs geitenpaadjes, bevoorraad wordt door autistische ezels. Dan beleef je Zwitserland. Het geluid van koebellen, een rode trein dwars door het prachtige Zwitserse landschap, mooie rijke natuur, een kabelbaan richting eeuwige sneeuw, het meer van Genève. Zwitserland is een klein, keurig land met een vriendelijke, in eerste instantie afstandelijke bevolking. Geen land om te bezoeken als je van Rome weer naar huis fietst. Zwitserland zegt van zichzelf: das schönste? Alles ist schön. En dat is een beetje veel. En dus bewaren we dat voor een andere keer. Voor later. 


Nog twee dagen en we zijn eindelijk in Frankrijk. En al weer angstig dicht bij huis. 


donderdag 15 juni 2023

Verrassingen

Wist u, dat aan Leonarda da Vinci ook de werking van een veer (over de Adda) is toegeschreven. Een oud veer, een plat vlak met twee boten als drijvers. In het midden een groot roer. Hangend aan een kabel. Het roer wordt schuin op de stroming gebracht, zodat de stroming de pont naar de overkant duwt. Er komt geen stroom of andere brandstof aan te pas. Moeiteloos kunnen zo drie auto’s plus twee Nederlandse vakantiefietsers met bagage naar de overkant gebracht worden. Maar dan moet het veer wel varen natuurlijk. En jawel …..u mag drie keer raden. Het veer is er wel, maar er is geen veerman voorhanden. Op dit moment is er in Villa d’Adda, ter hoogte van Imbersago, niemand die dit kan of wil doen. En zo wordt ons een unieke ervaring ontnomen. 

Op zoek naar een brug zien we op onze gps een klein smal zwart lijntje, een track, een singletrack zoals mountain bikers dat noemen. In de richting van de brug bij Brivio. Andere optie: weer omhoog klimmen naar het dorp en dan de hele drukke provinciale weg nemen naar Brivio. 



We kozen voor het zwarte lijntje. Ondanks, dat we een uur daarvoor ook in Bergamo al ‘bij de poot genomen’ waren. Daar bleek een klim in de oude stad geen 5 maar 15 % te zijn. ‘Foutje, bedankt’. Het stoom was inmiddels bij Hilde al uit de oren gekomen. Maar ….kom op ….we moeten verder. Over het zwarte lijntje op de kaart dan maar.

Welnu: het bleek een singletrack voor zeer geoefende mtb-ers te zijn. Laten we zeggen, net onder het niveau van de champions league. Steil omhoog en weer omlaag, boomwortels, keien en los zand. De afstand was ‘slechts’ 2,4 km. Genoeg om veel ergernis op te wekken. De woordenschat van Hilde was nog veel ruimer, dan een uur daarvoor. Bloemrijk taalgebruik. Een aaneenschakeling van krachttermen. De verwachting is, dat de flora, maar vooral de fauna, de komende twee weken nog geheel van slag zal zijn. Het duurt even voordat het evenwicht zich weer gaat herstellen. Dit laatste is door deskundigen op dit terrein nog eens nadrukkelijk bevestigd.


Tot Lecco, onze eindbestemming voor die dag, heerlijk gefietst over een onverhard, maar prima fietspad. En ….bovendien de hele dag mooi zonnig weer, waar miezer de voorspelling was. Het vinden van een overnachtingsplek was niet zo moeilijk. Om toegang te krijgen tot het appartement was een andere zaak. Het reserveren en vooral het activeren en nog belangrijker ….het ontvangen van een toegangscode voor het openen van de poort van het etablissement bleek een avontuur op zich te zijn. Het verifiëren van je gegevens van je visa-card was vergelijkbaar met een bijna onneembare singletrack. Bij de poort gebeld naar een telefoonnummer. En vijf minuten later ontvingen we een toegangscode. Dit bleek blijkbaar toch nog handmatig door iemand toegestuurd te moeten worden. Welkom. In de de ‘gevangenis’, want daar leek het op. Alles achter hekwerk. Diverse appartementen. Wel goed voorzien van alle denkbare luxe. ‘Dat dan weer wel’.


En dus was het, na een indrukwekkende fietsdag en een prima overnachting in ‘Norgerhaven’, met allerlei obstakels, tijd voor een boottocht op het Comomeer. Eerst nog 20 km, met twee goed verlichte tunnels (van ruim twee kilometer), naar Bellagio. Daarna met de boot naar Bellano. Het laatste stukje naar een camping nabij Olonio nog even in het zadel. Onze MSR opgezet en slapen in ons eigen driesterren hotel. 


Nog een dag fietsen door het Valtellina-dal naar Tirano, drie kilometer van de Zwitserse grens. Daar laten wij, als het lukt, ons verrassen. Daar loopt namelijk een smalspoor van de Rhätische Bahn naar Thusis in Zwitserland. Een treinrit van 3 a 4 uur. Een van de meest spectaculaire treinritten in Europa. Kunnen we ons verbazen en weer op adem komen. En voor je het weet fietsen we langs de Rijn en zijn we al weer in Basel.

maandag 12 juni 2023

Piersanti Mattarella

Dokter professor Erik Scherder moet ons dat toch eens uitleggen. Waarom vergeten we zo veel als we ouder worden. Kunnen vaak en steeds vaker met geen mogelijkheid op die ene naam komen. Terwijl zaken uit het verre verleden spontaan naar boven komen. Tot in detail. Bij het binnen rijden van Modena komen we langs een school, een nieuwe school. Voorzien van kleurrijke schilderingen op de gevel. Met ook daarop de naam van die school. 


Scuola Statale Secondaria di Primo Grado

Piersanti Mattarella


En ik denk onmiddellijk, verrek die naam komt mij heel bekend voor. Piersanti Mattarella. Op de binnenkant van de deur naar onze zolderkamer hing, jaren geleden al weer, een affiche van een (zaal)voetbaltoernooi op Sicilië. In Palermo. En daar stond, als ik mij niet vergis, ook ‘Piersanti Mattarella’ op. Op het terras van een eenvoudig café nemen we even rust en zo heb ik tijd om Gerard, mijn ploeggenoot uit die dagen, te vragen of ook hij die naam nog kent. Jazeker, is zijn stellige bewering. En ook uit zijn brein borrelt een affiche en programmaboekje op met, hij weet het zeker, de naam van dat toernooi. Dat vernoemd was naar en opgedragen aan deze Italiaans politicus. Regionaal president van Sicilië op het moment dat hij door de maffia werd vermoord. In 1980. 


Wij, Gerard (Piet(je) voor ingewijden) en ik speelden toen samen zaalvoetbal bij het Coevordense Raptim. Gerard was door een kennis van hem, Dick van W. (groot promotor van het zaalvoetbal in NL en ex-sportjournalist van de Telegraaf), gevraagd of hij mee kon naar dat prestigieuze toernooi op Sicilië. En of ie ook nog een pingelaar, technisch vaardige zaalvoetballer, kon meenemen. Er waren een paar late afzeggingen. En zo zaten we 24 uur later in een bestelbusje, met nog een aantal pingelaars, ‘handige’ jongens. Op weg naar noord-Italië en dan verder vliegen naar Palermo. Voor een weekje calcetto (zaalvoetbal). 





Nu hoor ik mensen denken en misschien ook wel zeggen ….en vooral die uit de zuid-oosthoek van Drenthe, ….ho,ho, pingelaar? Daar weten wij niets van. Dat klopt, maar die weten dan ook niet dat ik er door de rood-witten uit Sleen er ooit, ook al weer lang geleden, in ben geluisd. Voorzitter Rieks had, toen ik nog maar een paar dagen in Sleen woonde, mij gevraagd of ik voor Sleen wilde spelen. Op een of andere manier wist hij wie ik was en waar ik vandaan kwam en dat ik ook wel een aardig balletje kon trappen. De oefenmeester uit die tijd vond het ook een goed idee, want hij had nog een laatste man nodig. Nu was dat het laatste waar ik aan dacht, want zoals eerder gememoreerd ….ik was een pingelaar. Nee zijn laatste man, uit Noord-Sleen, had het in zijn hoofd gehaald om naar het ‘vijandige’ Oosterhesselen te gaan. En dus stond een paar dagen later in de krant ‘laatste man uit Havelte naar v.v. Sleen’. Of ze mij daar een plezier mee deden? Wel mijn vader waarschijnlijk. Die was van de old-school. Was een fan van mij, maar zeker niet van mijn voetbalstijl. Geboren in 1913. Dus uit een tijd waarin sport nog niet bestond. Hij had het over ‘de bal een knoert geven’, ‘opruimen’, vooral niet pingelen met een bal. Hij was uit de tijd van Han Hollander.

En zo kwam ik met mijn eigenlijke passie terecht bij het Coevordense Raptim. En via Gerard (‘we noemen hem Piet’) en Dick van W. voor het eerst in Italië. En nog wel op Sicilië. Onvergetelijk zo blijkt nu maar weer. Piersanti Mattarella stond en staat in ons geheugen gegrift. 


Ondertussen rijgen wij het ene dorpje en stad aan elkaar. In de ten onrechte vaak beschreven ‘saaie’ Po-vlakte. Het wat Hollands aandoende landschap is van een ‘hollandse’ schoonheid. Een combinatie van polderlandschap, (irrigatie)kanaaltjes, de uiteraard onstuimige Po, goudgele akkers, prima fietspaden. En vooral vlak. Heerlijk om na al dat geklauter even tot rust te komen. En vooral niet vergeten de verrassend mooie stadjes. Mantova, Brescia, zeer de moeite waard. Alleen om te kamperen moet je wel de drukte opzoeken van Desenzano del Gardia, aan het Gardameer dus en Iseo aan het Lago de Iseo. En zo komen we in de buurt van Bergamo. En via het Comomeer, in het voorportaal van de Alpen. 


Nog elke dag ‘protocol regen’. En toch overdag perfect fietsweer. En zorgen dat je op tijd binnen bent. 


dinsdag 6 juni 2023

Boris Karloff

De fiets is een simpel vervoermiddel. Ik heb het nu niet over de e-bike, maar over de gewone 100% trapfiets. Toch zitten er kleine (verborgen) onderdeeltjes in die voor het gebruik van het rijwiel bepalend kunnen zijn voor een verder vervolg van de reis. In mijn geval, je trapt wel, maar komt niet vooruit. Je freewheelt. Dat kan. Heb ik na bestudering van deze materie geleerd. Omdat in het achterwiel …..even voor de leek ……hou je even vast …. palletjes, door veertjes naar buiten gedrukt worden en in een getande ring zitten. In mijn geval draait de ring over de palletjes heen. Geen grip heeft. 


In Florence nog een fietsenwinkel opgezocht, maar helaas helaas het is zondag. Wonder boven wonder kreeg ik mijn fiets weer aan de praat en bereikten we zowaar die dag Pistoia, beter bekend als ‘kleintje Florence’. Het advies van de mecanicien aldaar was overduidelijk, een nieuw achterwiel. ‘This is old wheel’. Dat kwam even hard aan, want ik had juist geïnvesteerd in achterwielen van hoge kwaliteit, speciaal gekocht bij bike4travel in Rotterdam. Dus ‘beste vriend, luister, dit wiel is 4/5 jaar oud en heeft nog lang geen 100.000 km gedraaid. En deze stalen Avaghon, zal bij een opgraving over tweeduizend jaar nog in een goed geconserveerde staat worden teruggevonden’. Maar u begrijpt wel, ik had geen keus. En zeker niet toen hij het had over water en corrosie, roest dus, uit elkaar halen,  veel uurtjes werk zo’n klusje. 

‘Domani new wheel’. Morgen nieuw wiel. Akkoord. 


Twee nachtjes Pistoia. Niet gepland, maar toch zijn we er achteraf blij mee. Prachtige, verrassend mooie stad met open pleinen en bijzondere gebouwen, Toscaanse bouwstijl, Toscaanse architectuur vanaf de dertiende eeuw. Bovendien een hele bijzondere overnachtingsplek in een 15e eeuws gebouw, door de jaren heen op diverse manieren verbouwd en aangepast natuurlijk. Maar nog volop de sfeer van de (donkere) middeleeuwen, kruisgewelven, hoge ramen, grote koperen hanglampen. We kregen het gevoel in een schilderij te zijn gestapt van Vermeer en het het had ook iets Saenredams. Een groot marmeren beeld van een woeste man, die sprekend leek op Boris Karlhoff en die pontificaal voor het bed stond en overdag bij het schaarse, veranderende daglicht telkens ander uit ziet. En Hilde de schrik op het lijf joeg tijdens een nachtelijk toiletbezoek. ‘Dacht dat jij daar stond’. Die kon ik in mijn zak steken. Haar associatie van mij met het ‘monster Frankenstein’ zal, op mijn verzoek, nader onderzocht worden. Zal wel een freudiaanse verklaring voor zijn. 


Voor € 80,- euro was mijn Avaghon weer picobello. Nog enigszins euforisch en blij, dat we eindelijk weer verder konden reden we de eerste 10 km in verkeerde richting. Naar het zuiden ipv het noorden. ‘Zal toch niet die Boris Karlhoff zijn’ merkte ik nog op ‘die ons zo in verwarring brengt’. Gelukkig was Zeus, God van de hemel en dus ook van het weer, ons wel gezind …..om af te koelen ging het spontaan …. regenen. En niet zo’n beetje ook. Zeker drie kwartier, aan de voet van de Apennijnen, onder een viaduct gestaan. En toen de regenbui over ging in gemiezer opgestapt en ruim voor donker, na het nodige klim- en klauterwerk (9%) en een heerlijke afdaling, gearriveerd in Porretta Terme. Morgen weer omhoog, maar dan verderop ook zicht op de Po-vlakte en Modena. Als het goed is, ook weer een camping. Zien we naar uit. 


En mijn achterwiel? Die laat ik opsturen. Samen uit, samen thuis. 

In de pocket

  ‘Mag ik u een pintje aanbieden’. Zoals u zult begrijpen hebben we geen voorzieningen op, aan of achter de fiets om voorraad mee te nemen. ...